Nissan
Nissan benut methanol-brandstofcellen voor productie
randstofcellen zetten chemische energie om in elektriciteit, waarbij hoofdzakelijk warmte en water als restproducten overblijven. De cellen gebruiken methanol dat uit diverse bronnen wordt gewonnen, zoals hout, gras, stortplaatsen, natuurlijk gas en kolen. Door de transportwagentjes met een methanol-brandstofcel uit te rusten, beperkt Nissan de CO2-uitstoot jaarlijks met ruim driehonderd ton. Bovendien kan Nissan zich hierdoor ontdoen van ruim zeventig elektrische acculaders die samen jaarlijks bijna 540.000 kilowattuur verbruikten.

Doordat de brandstofcellen een constante laadstroom leveren, wordt het elektrische systeem van de wagens minder zwaar belast. Accucellen en andere elektrische onderdelen gaan hierdoor langer mee. Ook is er een forse tijdwinst. Voorheen kostte het in totaal 35 manuren per dag om de accu's te vervangen. Nu kan een chauffeur de tank in minder dan een minuut vullen. Een aantal technici en chauffeurs kwam hierdoor vrij voor andere functies. Voordat Nissan overstapte op de brandstofcellen is de techniek gedurende achttien maanden getest.
Sinds Nissan in 2005 besloot om haar milieu-inspanningen te vergroten, is het energieverbruik van de fabriek in Smyrna met 32 procent gedaald en leveren alle energiebesparende maatregelen nu een besparing op van 3,5 miljoen dollar per jaar.