Museo Nazionale dell'Automobile
Automuseum Turijn
Zoals het hoort bij een museum, is zelfs het gebouw een kunstwerk op zich. Bezoekers worden verwelkomd in een ruime hal met een groots opgezette (auto)boekwinkel. Een roltrap biedt toegang tot de tweede verdieping, alwaar de rondgang langs de vaste collectie begint. Eerst staat de bezoeker oog-in-oog met het chassis van een enorme stoomauto uit 1769. Het is volgens het museum 's werelds eerste zelf bewegende voertuig, met een 2 cilinder motor met een inhoud van 50 liter. Ondanks de bescheiden topsnelheid van 4 km/u eindigde het voertuig tegen een muur en daarom is in Turijn een replica te zien.
In 1892 werd de eerste auto in Italië op kenteken gezet, een Peugeot Type 3. Deze staat als trotse poortwachter naast de statige ingang van de collectie auto's uit de jaren '20 en '30. De oldtimers verkeren niet in concoursstaat, maar zijn juist zo veel mogelijk origineel gehouden met slijtplekken in de bekleding en onregelmatigheden in de lak. Dit eerste deel van de collectie toont het enorme contrast tussen de grootse praalwagens van de gefortuneerden en de gemotoriseerde koetsjes voor het gewone volk.
Gaandeweg werd de gemotoriseerde koets steeds meer een auto, waarbij volgens het museum de Lancia Aprilia uit 1948 (zilverkleurige auto op de foto) voor het eerst stappen zette op het gebied van stroomlijn. De stroomlijn maakt auto's ook eleganter en daarom wordt de Cisitalia 202 uit 1948 als "rijdend standbeeld" gepresenteerd. De experimenten werden steeds extremer, zoals de Fiat Turbina uit 1954 met raketmotor die het museum toont.
Nadat de technici hun lessen over stroomlijn en techniek hebben geleerd, zetten ze het in voor meer functionele modellen. De meest iconische voorbeelden daarvan zijn de Fiat 500 en de 600 Multipla (zie foto). Ze combineren bescheiden buitenmaten met volop binnenruimte en veroveren daarmee de wereld.
Nu auto's binnen het bereik van een groter publiek komen, gaan fabrikanten zich richten op specifieke doelgroepen. Om dat te illustreren toont het museum een Citroen 2CV ("Eend") voor de hippie en een Jaguar E-TYPE voor de elite naast elkaar.
Uiteraard beschikt het automuseum van Turijn over Italiaanse sportwagens, maar dan wel heel bijzondere! Zo toont het Museo Nazionale dell'Automobile een Ferrari 208 GTB uit 1982 met een ongebruikelijke motor: een 2.0 liter achtcilinder, goed voor 220 pk. Daarmee kwam deze Ferrari niet alleen in aanmerking voor belastingvoordeel. Er was nog een veel groter voordeel: de overheid beloofde geen vragen te stellen over de financiën van de koper en dat bleek in de praktijk de grote aantrekkingskracht van deze bijzondere uitvoering.
Ernaast nog een exoot met een bijzonder verhaal: de Iso Rivolta Lele F (1972) is afkomstig uit Milaan, is in Turijn getekend en bedient zich van Amerikaanse techniek (een 5.3 liter V8 met 350 pk).
Techniek en rariteiten
Een verdieping lager zijn opengewerkte auto's, motorblokken en andere educatieve objecten te vinden. Het laat zien hoe de techniek werkt en heeft bovendien een interactief element om ook de jongere bezoekers bezig te houden.
Favoriet bij de redactie is het thema "rariteiten" met een Fiat Panda die is verbouwd tot sardineblik met een roldak als deksel en speelgoedvissen in de cabine. Ronduit hilarisch is het huis voor autogekken. In de keuken dienen de motorruimte van een Fiat Panda als fornuis en de bagageruimte van een Fiat Cinquecento als vaatwasser. Een eettafel staat op schokbrekers met kuipstoelen er omheen. De badkuip staat op wielen en heeft een buitenboordmotor als mengkraan. Het hemelbed is gebouwd onder het dak van een Volkswagen Kever.
Autosport
Het laatste deel van de vaste collectie bestaat uit zo'n een enorme collectie racewagens, dat het museum met de eigen collectie gemakkelijk een historisch racefestival zou kunnen organiseren. Dat begint met de meest gewilde klassiekers, van links naar rechts: Lancia D24 (1953), Cisitalia 202 SMM (1947), Fiat 501 S (1924) en Fiat 508 S (1934).
In de volgende ruimte imponeert de organisatie met een enorme rij rode racewagens die voor de eeuwigheid op de startgrid lijken te wachten op hun volgende race (zie panoramafoto). Alhoewel de meeste auto's in het museum een bord met type-aanduiding, omschrijving en QR-code hebben, beperkt de organisatie zich hier slechts met "competitie brengt het beste in de mens boven en zorgt voor technische vooruitgang, van de racebaan naar de openbare weg".
125 jaar Fiat
Op de begane grond is een ruimte voor wisselende tentoonstellingen. Tijdens ons bezoek was het thema "125 jaar Fiat". Voor deze gelegenheid had het museum topstukken uit de collectie van Fiat te leen, waaronder het aandoenlijke X1/23 prototype en de extreem kostbare 8V. Een collectie van reclame-posters, oude foto's en originele documenten geven een kijkje in de bedrijfscultuur van Fiat.
Conclusie
Het "Museo Nazionale dell'Automobile" heeft de verwachtingen overtroffen! Het enige kritiekpunt betreft de verlichting: het is overal in het museum donker. Logischerwijs ligt de nadruk op het Italiaanse product, maar desondanks is de balans tussen de getoonde merken goed en is dit zeker geen Italiaans museum met alleen Italiaanse auto's. De ruimte is nuttig gebruikt en de collectie is verdeeld in duidelijke thema's die een goed beeld vormen van de ontwikkeling van de auto (in Italië).
Het automuseum van Turijn spreekt jong en oud aan, is geschikt voor een middag vermaak en als educatief uitje. Zelfs de omgeving van het museum is interessant, want op loopafstand (ongeveer 10 minuten) bevindt zich de voormalige "Lingotto" Fiat-fabriek. Dat is niet alleen architectonisch erfgoed, het is nu een winkelcentrum met hotels rondom.