Publicatiedatum: 24 juni 2019
Automuseum Melle
Automuseum

Automuseum Melle

Regionaal museum van wereldklasse

Automuseum - Zelfs Duitsers hebben er zelden van gehoord: het plaatsje Melle. Het ligt in het noorden van Duitsland, zo'n 300 km van Amsterdam en menigeen raast er op volle snelheid voorbij op de Autobahn richting   Berlijn. Autozine onderbrak die rit voor een bezoek aan het automuseum van Melle. Wat heeft dit regionale museum te bieden?
Carsub

Wat het automuseum van Melle heeft te bieden, is bij het oprijden van de binnenplaats vrijwel direct duidelijk. Dit is behalve een museum ook een werkplaats en opslagplaats voor klassiekers. Het museum is zo'n 40 jaar geleden begonnen als samenwerkingsverband van een groep oldtimer-liefhebbers die hun auto's samen wilden stallen en onderhouden. Op het terrein staan zo'n 300 oldtimers, waarvan tweederde in het museum en de rest in opslag. 99% van de voertuigen is startklaar, zodat de eigenaar er mee op pad kan wanneer hij/zij dat wil. Het museum moedigt zelfs aan dat iedere auto minstens twee keer per jaar wordt gebruikt.

Dat het automuseum van Melle is ontstaan uit liefhebberij blijkt wel bij de entree, die meer doet denken aan de ingang van een clubhuis dan van een statig museum. De eerste ruimte wordt gebruikt voor thema-exposities en tijdens het bezoek van Autozine speelde het museum in op de Brexit met een verzameling van klassieke Engelse auto's. Desondanks blijft het museum op-en-top Duits: alle bijschriften zijn in het Duits (let op: er is een Nederlandstalige catalogus).

Automuseum Melle

Van boven naar beneden

Een bezoek aan het automuseum van Melle kan het beste worden aangevangen op de bovenste verdieping. Daar staan de oudste en meest bijzondere voertuigen. Het pronkstuk van de collectie is de Peugeot "Typ 2 Vis-a-Vis" uit 1895 (de tweede auto in de rij op de foto). Volgens de curator is dit de oudste originele en ongerestaureerde auto met verbrandingsmotor ter wereld. Andere musea zouden steevast replica's tonen of auto's waar zoveel aan is hersteld, dat slechts 20% of 30% van de onderdelen nog origineel zou zijn. Deze Peugeot is zelfs zo bijzonder, dat het Peugeot-museum in Frankrijk de auto graag zou lenen. Echter, het Duitse museum vreest de Typ2 dan nooit meer terug te zien omdat de Franse regering het zou claimen als nationaal erfgoed. Kortom: in Melle zijn bijzondere auto's te zien!

Automuseum Melle

Omdat het museum tevens dienst doet als "stalling" voor de eigenaren van de oldtimers, wisselt de getoonde collectie continu. Op het moment van het bezoek van Autozine waren veel auto's van het merk Glas te zien. Achter dat merk zit een interessant verhaal, want Glas was een merk dat met succes innoveerde, maar met minder succes verkocht. Dat levert bijzondere modellen op, maar uiteindelijk ging Glas op in BMW. Dat wordt mooi geïllustreerd door de Glas 1300 Coupé en BMW 1600 GT die naast elkaar staan. Het is goed te zien dat beide auto's in de basis gelijk zijn en dat met minimale wijzigingen van de Glas een BMW is gemaakt.

Automuseum Melle

De ontwikkeling van het merk NSU is ook mooi in beeld gebracht in Melle. Kort na de Tweede Wereldoorlog hadden mensen weinig te besteden. Daarom moesten auto's klein en licht zijn. Bij voorkeur konden ze worden gereden met een motorrijbewijs. Het aandoelijk kleine autootje bleef zich echter ontwikkelen. De NSU "Wankel Spider" was zelfs de eerste in serie geproduceerde auto met wankelmotor.

Automuseum Melle

In Melle zijn auto's uit alle segmenten en alle landen doorelkaar te zien. Dat wordt duidelijk bij de relatief nieuwe Suzuki LJ80 (1980) die vlak naast de Lloyd LP300 (1951) staat. Bij gebrek aan staal werd die laatste opgetrokken uit hout en "leukoplast" (vergelijkbaar met het materiaal van pleisters). Let ook op de collectie kinderwagens boven de auto's: in tijden van schaarste wilde men toch iets van een auto hebben en dus werden kinderwagens aangekleed met bumpers en ramen.

Automuseum Melle

Om aan te geven hoe bijzonder sommige stukken in Melle zijn: naast de schattige FMR Tg 500 (ook wel bekend als Messerschmitt Tiger) uit 1958 staat een Veritas Nurburgring carrosserie Spohn racewagen uit 1953. Hiervan zijn er volgens de curator slechts twee gebouwd.

Automuseum Melle

Naast vierwielers zijn in Melle ook tweewielers, (model)vliegtuigen en "nutsvoertuigen" te zien. Heel bijzonder zijn de twee karretjes die werden gebruikt op stations. Let daarbij op de tweeplank voorop de bruine auto. Daarop stond de chauffeur en hij stuurde door zijn gewicht van de ene naar de andere voet te verplaatsen.

Automuseum Melle

De favoriet van de redactie is bijna in een hoekje van het museum weggedrukt: de Detroit Electric Brougham uit 1930. De accu's zijn vervangen door moderne exemplaren, maar verder is deze ruim honderd jaar oude elektrische auto nog origineel. En... deze dinosaurus onder de elektrische auto's kan dankzij zijn nieuwe accu's nu zo'n 100 km afleggen.

Automuseum Melle

Conclusie

Is een bezoek aan het automuseum van Melle de moeite waard? Ja, maar er speelt een zekere geluksfactor mee. Omdat het museum tevens een stalling is voor oldtimers, wisselt de getoonde collectie continu. Wat de ene bezoeker aanspreekt, zou een ander minder kunnen aanspreken. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat alle informatie (vooralsnog) alleen in het Duits is en dat het museum niet is berekend op grote bezoekersaantallen (parkeren kan improvisatievermogen vereisen).

Omdat de auto's schijnbaar willekeurig doorelkaar staan, vraagt het enige goede wil van de bezoeker om wijs te worden uit de collectie. Een rondleiding door één van de vele vrijwilligers maakt daarom een wereld van verschil. Juist omdat alle medewerkers liefhebbers zijn, weten zij met hun verhalen de geschiedenis tot leven te brengen. Dan blijkt dat dit de regionale museum schatten van wereldklasse herbergt!

Remschijf.nl