DAF-museum
Het collectief geheugen
Nog een goede reden om langs te gaan bij het DAF-museum: dit jaar bestaat "van Doorne's Automobiel Fabriek" (D.A.F.) precies 90 jaar. En dat is allemaal te danken aan een onbetrouwbare Amerikaanse auto van een rijke brouwer! Niemand kon zijn Stearns-Knight repareren, tot de toen 22 jarige Hub van Doorne (1900 - 1979) zich er over ontfermde. De Eindhovense brouwer was zo onder de indruk, dat hij de toenmalige fabrieksarbeider in 1928 een bijgebouwtje van de brouwerij én een startkapitaal aanbood om zijn eigen machinefabriek te beginnen.
De brouwerij bestaat niet meer, maar in het pand van de voormalige brouwerij is nu het DAF-museum te vinden. Het bijgebouwtje is wél bewaard gebleven en hier is nog steeds te zien waar Van Doorne zijn eerste constructies maakte. Steeds koos hij voor een ingenieuze aanpak en daarmee bleef hij de concurrentie voor.
Aanhangwagens
In 1932 was het bijvoorbeeld heel bijzonder om aanhangwagens niet met klinknagels in elkaar te zetten, maar om ze te lassen. Dat maakte de aanhangers van Van Doorne lichter en dus praktischer; "van Doorne's Aanhangwagen Fabriek" was een feit.
Na de Tweede Wereldoorlog volgde de definitieve doorbraak. Er was een grote behoefte aan personenvervoer, o.a. van het Eindhovense Philips. Van Doorne bouwde een aanhanger voor personenvervoer en hing die achter bestaande trekkers; een zogenaamde "aanhangerbus". 's Ochtends en 's avonds konden bedrijven hun personeel met deze slimme "bus zonder motor" ophalen, terwijl dezelfde trekker overdag werd gebruikt om goederen te distribueren.
Vrachtwagens
Het succes van de aanhangwagens smaakte naar meer en vanaf 1948 beperkte DAF zich niet alleen tot de productie van aanhangers, maar ook van vrachtwagens. In de loop der jaren toonde DAF zijn vernieuwingskracht door de eerste vrachtwagens met dubbele slaapplaats (verplicht toen vrachtwagens internationaal gingen rijden), met kantelende cabine (tot die tijd kon de motor alleen bereikt worden via een luik in de vloer van de cabine) en met turbodieselmotor aan te bieden.
In het museum zijn ook vrachtwagens voor bijzondere taken te zien. Zo ontwikkelde DAF een vrachtwagen met vier aangedreven achterwielen en het werd het merk "hofleverancier" van het Nederlandse leger. Let ook op het "vliegende wiel" links bovenin de foto: DAF heeft namelijk ook het landingsgestel voor de F16 straaljager geleverd.
Personenauto's
Eind jaren '50 kreeg de gewone man behoefte aan individueel vervoer. DAF speelde daar op in met een voordelige vierpersoons auto: de DAF 600. Een belangrijke troef was, dat de 600 eenvoudig was te besturen. Terwijl andere auto's veelal nog geen gesynchroniseerde versnellingsbak hadden, kwam DAF met de "Variomatic" ("het pientere pookje"). In het museum wordt met opengewerkte modellen getoond hoe deze variabele overbrenging precies werkt. Deze techniek wordt, in een doorontwikkelde versie, tot op de dag van vandaag door vele automerken onder de naam CVT (continu variabele transmissie) toegepast.
Achter de schermen werkte DAF aan vele bijzondere modellen. Zo werd er een exclusieve cabriolet voor het koninklijk huis gebouwd, waagde DAF zich aan autosport en lag de blauwdruk voor een prachtige coupé klaar. Zo bewijst het DAF-museum dat de Nederlandse fabrikant veel meer deed dan alleen brave gezinsautootjes bouwen.
Helaas had DAF in 1975 te weinig financiële middelen om zowel vrachtwagens als personenauto's te blijven fabriceren. DAF koos er voor om verder te gaan met vrachtwagens en verkocht de personenautodivisie aan Volvo. Volvo gebruikte de techniek van DAF om een compact model te ontwikkelen. Van de Volvo 340 werden uiteindelijk een miljoen exemplaren gebouwd. De vrachtwagendivisie van DAF is wereldwijd nog altijd succesvol en bouwt gemiddeld 240 vrachtwagens per dag.
Conclusie
In 2018 bestaat de Nederlandse autofabrikant DAF 90 jaar. De historie van het merk is van de eerste aanhanger tot de modernste vrachtwagen te zien in het DAF-museum in Eindhoven. Op 5.400 vierkante meter zijn, verdeeld over twee verdiepingen, ongeveer 120 voertuigen te zien die een goed beeld geven van de ontwikkeling van het merk en de techniek die dat mogelijk maakte.
De omvang van de collectie en de staat waarin de auto's verkeren is vergelijkbaar met die van andere automusea. De charme van het DAF-museum is vooral dat het merk deel uit maakt van het collectieve Nederlandse geheugen. Daarom is een bezoekje aan het DAF-museum een feest der herkenning en dat geeft dit museum een unieke charme.