Birmingham Motorshow 2002

Het National Exhibition Center (NEC) is een gigantisch tentoonstellingscomplex met een eigen station en vliegveld. De Birmingham Motorshow neemt een belangrijk deel van de beschikbare ruimte in en behoort daarmee tot de grotere autoshows. In vijf hallen is ruimte voor bijna alle bekende merken die samen goed zijn voor 50 Britse primeurs, 2 Europese primeurs en 10 wereldprimeurs.

Een aantal merken, waar onder BMW, Mercedes, Suzuki en Lancia is helaas niet aanwezig. De geruchten gaan dat de standruimte exorbitant duur is en de fabrikanten voor de eer hebben bedankt. De niet malse toegangsprijs van 15 pond en het parkeergeld van 8 pond bevestigen die gretigheid van de organisatie. Desondanks is de verwachting dat de Birmingham Motorshow de komende week 600.000 bezoekers zal mogen verwelkomen.

Die mensen komen zeker niet voor niets, want al het grote nieuws uit Parijs is hier ook te vinden, zoals de nieuwe Toyota Landcruiser, de Opel Meriva, Audi A8, Citroën C3 Pluriel, Ferrari Enzo, Porsche Cayenne en Mazda2. Om er maar een paar te noemen. Van "eigen" bodem komt het belangrijkste nieuws in de vorm van de nieuwe Bentley Continental GT en Arnage RL. Aston Martin zorgt voor een wereldpremiere met de nog snellere DB7 GT. TVR onthult de T350C Coupé voor het oog van de wereld.

Ford pakt groots uit met een stand met een oppervlak van een halve hal waarin de Ford Focus 'C-Max' conceptcar (een ruimteauto op basis van de Focus), Streetka en Sportka de meeste aandacht krijgen.

Een speciaal paviljoen is ingericht voor de diverse kleine Engelse sportwagenfabrikanten. Het merk Invicta is na enkele decennia nieuw leven in geblazen en toont de S1. Deze grote coupe moet wedijveren met onder andere Ferrari en Aston Martin. Gezien de technische specificaties en het uiterlijk heeft het merk een goede kans. Sportwagenfabrikant Nobel brengt twee wereldprimeurs mee in de vorm van de M12 GTC en M12 GTO-3R. Nog exclusiever zijn bedrijfjes als FBS en GTM. Beide fabrikanten maken open sportwagens die veel doen denken aan de Lotus Elise. Nederland wordt vertegenwoordigd door Spyker, dat eveneens voor een wereldpremiere zorgt met de Double 12 S, een straatversie van de 12 R.

Een bezoek aan de Birmingham Motorshow hoeft niet bij kijken alleen te blijven. Achterin hal vijf is de Daihatsu Paintbox te vinden met daarnaast de Vauxhall (gewoon Opel, maar dan denken de Engelsen dat het Engels is) Frontera Experience waar bezoekers zelf terrein kunnen rijden.

Formule 1

Shell brengt de mooiste attractie mee in de vorm van twee Ferrari Formule 1 auto's uit 1999. Een echte pitcrew toont hoe snel een wiel kan worden gewisseld en vraagt daarbij regelmatig assistentie uit het publiek.

Als voorproefje vormde Autozine een team met Pete (werkzaam bij Ferrari) om het wiel aan te geven, Lucy Keens (een bekend Brits fotomodel) om het wiel weg te nemen en ondergetekende aan de luchtsleutel. Na twee proefrondjes kwam de tijd uiteindelijk op 7,37 seconden. Dat is het dubbele van een echte pitstop, maar korter dan een tankstop en voor die dag een prima tijd.

Conclusie

Het is misschien eigenwijs Parijs te negeren en enkele weken later voor Birmingham te kiezen. Achteraf blijkt het echter een prima keuze te zijn. De Birmingham Motorshow biedt bijna alles wat Parijs biedt, met als bonus de diverse kleine Britse fabrikanten die de show een heel eigen karakter geven.

Uiteraard zal Engeland voor de meeste Nederlanders geen taalbarriere kennen, wat simpelweg een aangenamer gevoel geeft. De stad Birmingham tenslotte kent een prachtig modern en gezellig centrum dat het zeker de moeite waard maakt een extra dagje te blijven (Ivo Kroone).