Louwman Museum
Oud nieuws
Vlak langs de belangrijkste toegangsweg naar Den Haag staat het statige, nieuwe pand van het Louwman Museum. Daar zijn zo'n 230 voertuigen te bewonderen, variërend van paardenkoets via Formule-1 auto tot hypermoderne hybrideauto. De auto's verkeren in de regel in originele staat en zijn niet gerestaureerd.
Het prille begin
De collectie is zowel chronologisch als thematisch ingedeeld. Met andere woorden: per periode staan soortgelijke auto's bijelkaar. De wandeling door het museum begint op de tweede verdieping en voert de bezoeker terug naar de tijd van paard en wagen.
De bezoeker loopt door een lange, donkere gang en wordt langzaam meegevoerd in de ontwikkeling van paard en wagen naar de eerste voertuigen die zelfstandig konden bewegen. Let daarbij op de aandoenlijke bordjes waarmee buitenstaanders destijds werden gewaarschuwd voor vreemdsoortige koetsen die zonder paard toch konden bewegen.
Rond 1900 lijken de voertuigen minder op gemotoriseerde koetsen en zijn de eerste auto's herkenbaar. Enkele decennia later is de auto uitgegroeid tot een waar statussymbool. De auto's zijn groot en weelderig.
Het beste voorbeeld daarvan is de "Brooke 25/30 HP Swan Car" uit 1910. Deze is in opdracht van een excentrieke Engelsman gemaakt die in zijn woonplaats in India de plaatselijke bevolking wilde choqueren. Dat doet de auto niet alleen met het uiterlijk van een zwaan, maar ook met het ingebouwde stroom-orgel en de rook die uit de snavel van de zwaan kan blazen. Tien jaar later liet eigenaar Robert Nicholl Matthewson een baby-zwaanauto voor zijn zoon bouwen.
Al heel vroeg werd er geracet met auto's, zo bewijst de "Napier 100-HP" uit 1903. Deze antieke sportwagen is voorzien van een elf liter motor, die desondanks slechts honderd paardenkrachten produceert. De topsnelheid bedraagt 132 km/u.
Een auto voor iedereen
In een speciale ruimte worden "betaalbare auto's" getoond. Het betreft hier veelal aandoenlijke oldtimers, die al dan niet met bijzondere technieken de kosten drukten. De ene kant van de zaal is ingericht met betaalbare auto's van voor de tweede wereldoorlog, de andere kant toont autootjes uit de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw. Denk daarbij aan de BMW Isetta en Messerschmitt KR200.
In het verlengde van de betaalbare auto, kwam de zuinige auto. Al in 1941 ontwikkelde Peugeot een elektrische auto: de VLV (beige driewieler, rechts op de foto).
Even verderop staat een opengewerkte hybride Toyota Prius samen met een antieke "Detroit Electric Clear Vision Brougham" uit 1912.
Ter leering ende vermaeck
Een automuseum geeft niet alleen een "wetenschappelijk" beeld van de geschiedenis van de auto, maar toont ook vreemde en exotische voertuigen. Dat geldt in het bijzonder voor de collectie strand- en amfibievoertuigen.
Heel bijzonder is de "Amphicar", die volgens kenners even ongeschikt was als boot als als auto. Desondanks zijn er tot 1967 zo'n 4.000 van geproduceerd. Rond die tijd deed ook de "strandauto" zijn intrede: een klein autootje waarmee welgestelden gemakkelijk van hun jacht naar het zomerhuis reden. De "Fiat 850 Shellette Spider" (1976) heeft een rieten interieur én dashboard.
Een echte publiekstrekker is de "Fiat 1100 Boat Car". De auto is exact met dat doel voor ogen in 1953 vervaardigd voor een Italiaanse vaarschool. Ondanks het veelbelovende uiterlijk kan de "Boat Car" niet varen.
Publiekstrekkers
En als het toch om publiekstrekkers gaat: het Louwman Museum geeft alle ruimte aan bijzondere auto's van beroemdheden. Zo staat in Den Haag de "Cadillac Fleetwood" (1976) van Elvis Preseley, geheel aangepast naar de wensen van de zanger. De "Aston Martin DB5" (1964) van James Bond is gebruikt in de film Gold Finger en is nog altijd voorzien van draaiende kentekenplaten, ingebouwde mitrailleurs en natuurlijk een schietstoel.
Van acteur en durfal Steve McQueen (1930 - 1980) zijn twee auto's te zien: de indrukwekkende Baja Buggy (op maat gemaakt door GM om de Baja-rally mee te rijden) en de elegante Jaguar XKSS (1 van de slechts 16 verkochte exemplaren).
Voor Ferrari en Maserati zijn speciale ruimtes ingericht (zie panoramafoto). Dit zijn samen met Bugatti de favoriete merken van de heer Louwman. Veel van deze auto's verkeren in rijdende staat en worden regelmatig gebruikt om deel te nemen aan historische rally's.
Kunst
Uniek voor een automuseum is de ruimte die geheel is ingericht met auto-gerelateerde kunst. Dit betreft antieke reclames die ooit op iedere straathoek te zien waren, maar nu volstrekt uniek zijn. Ook de vele schilderijen uit de jaren '20 van de vorige eeuw zijn zeer de moeite waard; in die tijd was de fotografie nog niet in staat een rijdende auto vast te leggen. De enige manier om de dynamiek van een auto met anderen te delen, was door middel van de schilderkunst.
Kunst of kitch? Dat is de vraag bij de "Daimler DK400 Golden Zebra Coupé" uit 1955. Deze auto is vormgegeven door een voormalig nachtclubdanseres en echtgenote van de eigenaar van Daimler. Naar eigen inzicht ontwierp zij dit showmodel om het merk Daimler meer elan te geven. De naam "zebra" in de naam van de auto wijst op het interieur dat met zebrahuid is bekleed. Het dashboard is opgetrokken uit ivoor.
Toyota
De naam "Louwman" is onlosmakelijk verbonden met de Nederlandse Toyota-importeur "Louwman & Parqui". Toch staat de belangrijkste nieuwe aanwinst in een onopvallend, donker hoekje. Wie niet beter weet, zou er zo voorbij lopen. Sinds kort is het Louwman Museum namelijk in het bezit van een "Toyota AA" (1936).
Het verhaal maakt deze auto bijzonder: omdat zelfs de fabrikant er van overtuigd was dat geen van de 1.400 geproduceerde exemplaren nog resteerde, liet het Japanse Toyota-museum een replica maken. Een medewerker van het Louwman Museum kwam de laatste resterende "AA" in 2008 op het spoor in Rusland en heeft de auto naar Nederland gehaald. Daarmee beschikt het Louwman Museum over de enig bekende vooroorlogse Toyota ter wereld!
Conclusie
De Louwman Collection staat sinds jaar en dag bekend als één van de rijkste autocollecties ter wereld. Dankzij het nieuwe gebouw komt die collectie beter tot zijn recht en is het museum gemakkelijker bereikbaar. Alle auto's zijn voorzien van duidelijke informatie, zowel in het Nederlands als Engels. Uiteraard weten de medewerkers van het museum bij vrijwel iedere auto boeiende achtergrondverhalen en anekdotes te vertellen.
De grootste aantrekkingskracht van het automuseum is te vinden in de variatie van de collectie. Dit museum concentreert zich niet op één merk of één periode, maar toont een persoonlijke en rijke doorsnede van de autogeschiedenis, zodat een bezoekje aan de Louwman Collection meer dan ooit een geslaagd dagje uit is.