Le Conservatoire Citroen
Het avontuur van Citroen
Zelfs de entree is bescheiden. "Le Conservatoire" is alleen te bezoeken door een afspraak via de website (voornamelijk in het Frans met incomplete vertalingen en niet werkende pagina's in andere talen dan het Frans) te maken. Daarom is er geen kassa, maar slechts een ontvangstruimte met daarin twee auto's. Dat zijn echter wel de modellen die bepalend zijn geweest voor de historie van Citroën! Bij binnenkomst staat de bezoeker oog in oog met de Type A (1919) en de Traction 7A (1934).
Omdat het bezoek op afspraak is, worden gasten begeleid door een gids. Hij opent de deur tot de enorme hal waarin alle andere auto's zijn opgesteld. De echte Citroën-fan krijgt spontaan kippenvel, iedere andere autoliefhebber is op zijn minst onder de indruk van de enorme omvang en variatie van de collectie. In de centrale hal staan oldtimers, conceptcars, bijzondere edities, sportwagens, vrachtwagens, bussen, tractoren, kleimodellen en zelfs een helikopter! De auto's verkeren vrijwel allemaal in showroomconditie en zijn rijklaar (voor zover daar sprake van is bij zulke bijzondere voertuigen).
Van A tot C
Al bij het ontwerp van de Type A wist André Citroën wat hij wilde: betaalbare auto's voor het grote publiek ontwikkelen. De volgende stap was daarom de B10 (1924) die niet van hout, maar van plaatmetaal was gemaakt. Dit maakte het makkelijker om modellen als sedan, cabriolet en als bedrijfswagen aan te bieden. Bovendien vormden de B-modellen de start van de massaproductie bij Citroën. Gaandeweg ontwikkelde de techniek met krachtigere motoren en remmen op alle vier de wielen om die kracht te beteugelen.
Na de B-modellen volgden logischerwijs de C-modellen en die namen zijn tot op de dag van vandaag in gebruik. Echter, destijds stond C4 voor een viercilinder en C6 voor een zescilinder. Nu wijst het getal slechts op de rangorde in het programma.
Van eend tot Ami
Een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van Citroën is de ontwikkeling van de "Toute Petite Voiture" (TPV) ofwel zeer kleine auto. In 1939 wordt het golfplaten model met één koplamp geïntroduceerd met als voornaamste kwaliteiten dat de auto goedkoop en waterdicht was.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de auto doorontwikkeld tot 2CV, in Nederland ook wel bekend als "eend". In het museum zijn vele speciale edities te vinden, waaronder een stuntauto uit de James Bond film "For Your Eyes Only" met rolkooi en motor uit de Citroën GS. Ook de laatst geproduceerde 2CV uit 1988 staat in het museum, met slechts 200 km op de klok.
Op basis van de 2CV werden later de Diane, Acadiane, Ami 6 en Ami 8 geproduceerd en ook die zijn in vele gedaanten te zien.
Van DS tot DS
In het hogere segment heeft Citroën furore gemaakt met de Traction Avant en later de DS. Zoals de naam al zegt, was de Traction Avant de eerste voorwielaandrijver. De DS maakte naam met het geavanceerde onderstel en de destijds futuristische vormgeving. De klassieke DS Cabriolet is een van de duurste auto's uit de collectie en vanwege de kleine oplage zeer gewild onder verzamelaars (alleen de Citroën SM in het museum is nog kostbaarder).
Inmiddels is DS een zelfstandig merk en ook de ontwikkeling van de klassieke DS naar het merk DS is bij "Le Conservatoire" stap-voor-stap te volgen. De grote trots van de collectie zijn de presidentiële auto's, want de Franse presidenten, van De Gaulle tot Macron, reden allemaal DS.
Concept
Strikt genomen is "Le Conservatoire" geen onderdeel van Citroën. Het is een onafhankelijk bedrijf, dat echter wel de meeste auto's van Citroën krijgt. Daarom zijn hier ook alle conceptcars te zien die de afgelopen decennia debuteerden op grote autoshows.
De favoriet van de redactie is de Karin (1980). Dit overduidelijke product van de jaren '80 ziet er zelfs vandaag de dag nog futuristisch uit. En daar is een goede reden voor: men verwachtte dat vliegende auto's snel realiteit zouden worden en de Karin moest klaar zijn voor die stap. Omdat er in de lucht geen rijstroken zijn, zit de bestuurder centraal, met de passagiers aan weerszijden. Met het oog op de verwachte ontwikkelingen in mobiele communicatie was een telefoon in het hart van het stuurwiel verwerkt. Omdat een ruitenwisser het enorme glasoppervlak niet kon bestrijken, blies de Karin lucht met hoge druk over de voorruit.
Een favoriet van meer recente datum is de Osmose (2000). Ook hier keken de makers ver vooruit. De Osmose kan de bestemming op een beeldscherm aan de buitenkant tonen om autodelen makkelijker te maken. Bovendien heeft de Osmose een uniek luchtzuiveringssysteem aan boord.
Tenslotte
Uiteraard is de collectie hiermee lang niet besproken, want ook alle kleine auto's, van LN (1976) tot C1 (2000), zijn te zien, alsmede de BX, CX, Xantia en alles wat ertussen zit. Bovendien is de achterwand van "Le Conservatoire" geheel gevuld met sportwagens, waarvan diverse exemplaren zijn bestuurd door de gidsen zelf! Bij de sportwagens zullen ze daarom niet alleen over de auto's zelf vertellen, maar zelfs met alle vormen van genoegen een gedetailleerd verslag van iedere historische race geven!
Conclusie
Op een nietszeggend industrieterrein nabij het vliegveld van Parijs is in een al even nietszeggend gebouw het Citroën-museum gevestigd. "Le Conservatoire" beheert alle klassieke modellen van Citroën, van het prille begin tot nu. Daarnaast toont het conceptcars waarin nieuwe technieken of concepten voor het eerst vorm kregen.
Niet alleen Citrofielen, maar ook andere autoliefhebbers kunnen een leerzame en vermakelijke dag doorbrengen bij "Le Conservatoire". Houd er rekening mee dat reserveren via de website is vereist en dat het bezoek altijd onder begeleiding van een gids is. Daarbij is het museum net zo Frans als het merk Citroën. De kennis van de Engelse taal is beperkt en ook de meeste documentatie is alleen in het Frans. Maar laten we het positief bekijken: dat hoort allemaal bij het avontuur van Citroën!