Fiat Cinquecento
Dondersteen
In vergelijking met een standaard Cinquecento heeft Fiat alles uit de kast gehaald om de koper van deze spannendste 500 het naar zijn of haar zin te maken. De sportief ogende stoeltjes zitten lekker, het lederen sportstuurtje ligt heerlijk in de hand, het pookje laat zich prettig bedienen en de geperforeerde race pedalen zijn gemakkelijk aan te voelen.
Kalm zet de Cinquecento zich in beweging. Als ik niet beter zou weten, dan was dit dezelfde motor als in de andere Cinquecento's. Het had zelfs een Panda met een prettiger onderstel kunnen zijn. Schakelen gaat beter dan bij de andere kleine Fiats. De pook voelt prettig aan en de versnellingen zijn zowaar in te leggen. Deze Cinquecento schakelt zoals de gemiddelde Italiaan. Niet zo licht als een Japanner, niet zo duidelijk als een Duitser maar wel probleemloos en trefzeker.
De Cinq stuurt erg zwaar. En dat is goed. Al in de eerste bocht voel ik duidelijk wat er in het vooronder gebeurt. De remmen bijten als pitbulls. Het stuur- en remkarakter zijn wat menig GTi in de evolutie tot snelle zakenauto is kwijt geraakt. Wat jammer dat dit leuk uitgedoste autootje zo kalm op het gas reageert!
Het gas d'r op
Het kan toch niet zo zijn dat Fiat zich zo heeft vergist met de Cinquecento Sporting? De motor is uiteindelijk afkomstig van de veel zwaarlijvigere Uno en Punto en zou met de kleine Cinquecento moeten kunnen spelen. Later trap ik het gas, na de motor de nodige opwarmtijd te hebben gegund, eens wat dieper in.
Ineens komt de motor tot leven en gaat de Sporting er vandoor als de spreekwoordelijke brandweer. Deze auto is niet lui! Het is slechts de bestuurder die duidelijk moet laten weten in te zijn voor een pleziertje, waarna de 1.1 liter motor die kans met alle mogelijkheden aangrijpt. Als de motor toeren, maakt wordt de meest linker baan van iedere snelweg het standaard domein van de Sporting. Maar ook op verlaten industrieterreinen of stoplichtsprintjes in de stad is de Sporting helemaal in zijn element.
Met de onbekrachtigde besturing en de zware remmen is het echt werken in de Cinquecento. In een onbezonnen bui rijd ik zo hard weg bij een, dat de auto pardoes met alles wielen los komt van de grond op de hobbels van de invoegstrook terug naar de snelweg! Bij een andere actie in een vlaag van wild enthousiasme probeer ik de staande start van 0 naar 100 km/u te verbeteren. In 1 én 2 heeft de Sporting wielspin! Pas in de derde versnelling heeft het extra brede Pirelli schoeisel van de Sporting het grip volledig herwonnen.
Het plezier kan niet op met de Sporting. Op weg naar huis ga ik voor de ultieme test en druk het rechter pedaal helemaal in op een doodstille afsluitdijk. De motor giert het uit van genoegen. De chauffeur is in een even euforische bui. Als ik op de snelheidsmeter kijk wijst deze al ruim 150 KM/u aan. Uiteindelijk verschijnt de 180 km/u op de teller, de puf is er daarna definitief uit. Bij deze snelheid laat de auto zich nog redelijk sturen. Ook de remmen aarzelen niet zich bij deze snelheid vast te bijten. De afsluitdijk lijkt korter dan ooit.
De Sporting heeft het pleziergehalte van een kart. Een echte sportwagen is sneller dan een kart, maar het plezier dat karten geeft is even groot. Zo is het bij de Cinquecento ook. Een sprint van 0 naar 100 in 13 seconden is geen spektakel, maar de Cinquecento bestuurder ervaart het wel als zodanig, en daar gaat het om!
De motor doet niets liever dan spelen. Met de naald van de toerenteller continu in de buurt van het rode gebied hangt de kleine Fiat aan het gas. De geringste beweging van de rechter voet resulteert in een subiete snelheidsafname of een prachtige sprint. Het is echter vooral de communicatie naar de bestuurder die het rijden met de Sporting tot een feest maakt. Een grote vertegenwoordigersauto rijdt bij 100 km/u alsof het wandeltempo is. In de 4e versnelling met de Fiat is 100 km/u racesnelheid.
Comfort
Het comfort van de Cinquecento Sporting staat op hetzelfde niveau als dat van de meeste kleine auto's. ABS, airbags en allerhande elektrische accessoires zijn alleen tegen meerprijs leverbaar. Een echt dashboard kent de Cinquecento niet. Dit geeft de auto weliswaar een ruimtelijker gevoel, maar een afsluitbaar handschoenenkastje heeft nog altijd zijn waarde. De Fiat-dealer biedt het daarom wel als accessoire aan.
De ruitenwissers kennen de standen "te snel", "te langzaam" en "vervelend". Een betere interval en 1 of meer extra wissnelheden zijn echt een misser van Fiat. En wat snelheid betreft: deze Fiat weet van overdrijven. 120 km/u op de teller is feitelijk 105 km/u. Zelfs bij stilstand geeft de snelheidsmeter 10 km/u aan!
De zit achter het stuur is voor lange bestuurders krap. Met mijn 1 meter 88 zit ik met mijn hoofd precies tegen het dak. 1 meter 89 is te lang voor een Cinquecento bestuurder. De draaiknop van de rugleuning van de voorstoelen zit zo dicht tegen de deur, dat de stoel alleen de verstellen is door de deur eerst te openen.
Conclusie
De Fiat Cinquecento Sporting is plezier op wielen. Geen enkele andere auto biedt meer plezier per gulden. De motor wil niets liever dan spelen. Bij een continue snelheid geeft de krachtbron een vervelend monotoon geluid en lijkt als een jongetje dat op zijn knietjes en samengevouwen handen smeekt te mogen spelen. Wanneer de Cinquecento piloot daar aan toe geeft begint het plezier op nieuw. En opnieuw. En opnieuw. De standaard uitrusting is karig, maar daar is de prijs ook naar.
- Plezier op wielen
- Prima race-eigenschappen
- Hoge prijs/plezier verhouding
- Minimale uitrusting
- Niet geschikt voor lange mensen