Off Road '99
Raggende mannen
Het Autotron profileert zich sinds enkele jaren als een "autopretpark". Daarom waren behalve het trial parcours ook het automuseum en alle andere attracties van het Autotron geopend. Bij de trial banen was bovendien een compleet promo-dorp ingericht. Iedereen kon hier zijn hart ophalen aan allerhande accessoires, van sleutelhanger tot modderband.
Voor de geoefende terreinrijder boden diverse gespecialiseerde reisbureaus avontuurlijke 4wd-vakanties aan. De diverse stands van clubs bleken de locaties voor veteranen om foto's en bijbehorende sterke verhalen van escapades in exotische landen uit te wisselen.
Off-road
"Off-Road '99" concentreerde zich rond drie terreinen met onverhard parcours. Voordat die terreinen bereikt konden worden moesten velen echter het grootste obstakel van de dag trotseren: file. De opkomst van terreinauto's overtrof alle verwachtingen zodat tot ver in de middag een rij van wachtende terreinauto's tot bij de hoofdingang van het Autotron stond. De organisatie reageerde hier vlot op door enkele demonstraties af te gelasten en zo meer ruimte vrij te maken voor deelnemers.
Het eerste parcours bestond uit een diep modderpad dat naar twee steile heuvels leidde. Getuige het grote aantal beginnersfouten bleek dit voor veel chauffeurs de eerste kennismaking met echt terreinrijden.
Mede door de drukte nam geen van de deelnemers de moeite het parcours eerst te voet te verkennen. Gevolg was dat velen schrokken van de eerste steile afdaling en pardoes op de rem trapten. Helaas blijkt de remweg van een twee ton wegende terreinauto op een modderige afdaling langer te zijn dan die op het vertrouwde stukje zoab. Lichte schade aan bumpers en treeplanken was niet zelden het gevolg. Hieruit blijkt hoe nuttig een basiscursus terreinrijden is alvorens aan een dergelijk evenement deel te nemen. Wie de smaak te pakken had gekregen reed door naar het tweede, zwaardere terrein.
In de haast oneindige rij van wachtende terreinreuzen voor dit parcours viel een auto wel heel erg uit de toon: een klein Canta invalidenautootje. Dit opvallend bestickerde voertuigje bleek twee motoren aan boord te hebben en was vastberaden het terrein te bedwingen. Met voormalig Paris-Dakar deelnemer Marinus van de Berg achter het stuur bleek dit geen onmogelijkheid.
Ik vroeg een lift en viel evenals het publiek van de ene verbazing in de andere. De kleine Canta 4x4 bleek ieder obstakel probleemloos te nemen. Soms tot ontsteltenis van grote terreinwagens rondom ons, die het zware lijf met meer moeite over een helling kregen dan wij. De "Canta LX 4x4" is dan ook geen studiemodel maar wordt op verzoek geleverd door "Waaijenberg Mobiliteit" te Veenendaal.
Natte voeten
Te machtig voor zowel de Canta als een Jeep Wranger bleek een korte maar verraderlijk diepe waterbak. Ondanks verwoede pogingen groef een Jeep Wranger zich steeds verder in, tot de auto uiteindelijk tot de aan deurhendels in het water stond en ook de motor niet meer thuis gaf. Een tweede Wrangler schoot te hulp. Zijn goedbedoelde pogingen de soortgenoot vlot te trekken bleven vruchteloos. In een wanhopige poging geeft de Wrangler alles wat zijn 177 paarden in huis hebben om uiteindelijk de voorste aandrijfas te breken.
Gelaten kijkt de chauffeur van een kleine Suzuki LJ80 het geheel aan. Hij staat te wachten om de, voor beide Wrangers fataal geworden, waterbak met zijn Suzuki te trotseren. Wie na zo'n tafereel met een kleinere terreinauto klaar staat om het ook te proberen, moet wanhopig zijn of Jeroen Bogerd heten: nationaal trial kampioen 1999 in de klasse "gemodificeerd 1". Hij weet precies wat de beide Jeeps verkeerd deden en nodigt mij uit te ervaren hoe het wel moet.
Voordat hij zijn zin goed en wel af kan maken zit ik aan de bijrijders kant, "klaar voor onder water". Hij neemt de diepe waterbak met het gemak en de elegantie van een zwaan op wielen. Ook met de andere obstakels heeft Jeroen geen enkele moeite. Als andere deelnemers hem te langzaam gaan neemt hij een heuvel doodleuk aan de zijkant. Op mijn vraag of de auto bij ruim 30 graden niet erg schuin hangt kijkt hij even uit de zijruit en antwoordt koeltjes: "De wielen komen nog niet los, niets aan de hand". Doel van de haastige rit blijkt de grote waterbak.
De grote waterbak is een 50 meter lange 1 meter diepe modderpoel waar juist een Landrover Discovery uit een benarde positie wordt bevrijd. Als wij klaar staan met de Suzuki kijkt het publiek ons lacherig aan. Voordat de waterbak wordt vrijgegeven waarschuwt een official ons dat het spoor in het midden het diepst is. Daar zijn de meeste auto's gestrand en de twee meter hoge wielen van de reddende tractor hebben daar de diepste sporen gezet.
Jeroen heeft de waterbak vandaag al drie keer gedaan en wil een nieuwe uitdaging. Hij vertelt de official daarom trots dat hij de waterbak door het midden zal nemen met de aandrijving in hoge gearing. "Het kan eigenlijk ook wel in twee-wiel aandrijving", zegt hij juist voordat we het water in rijden. Met gedachte aan de zojuist nog hopeloos spartelende Landrover ben ik blij dat ik schone kleding in mijn testauto heb liggen. Met een machtige boeggolf stormen we door de waterbak om halverwege snelheid te verliezen. Snel schakelt Jeroen vierwielaandrijving in. Maar het is te laat.
De Suzuki zit hopeloos vast en lijkt zich na inschakelen van de lage gearing alleen maar verder vast te zuigen in de zachte modder. Binnen 20 seconden staat het water tot aan de zittingen van de Suzuki. Met mijn laptop en digitale camera zet ik snel een voet op het dashboard en de andere in de hoofdsteun van mijn stoel.
Jeroen blijkt vlotter van begrip want hij is al door het zijraam op de motorkap geklommen en bevestigt zijn sleeplint aan de toegesnelde tractor. Ondanks deze (amusante) overschatting blijkt Jeroen een echte professional. Hij heeft de motor draaiende weten te houden zodat wij al snel onze weg kunnen vervolgen met de nu indrukwekkend smerige Suzuki. Want tijdens Off-Road '99 geldt: hoe smeriger hoe beter.
Ongeveer 80% van alle auto's bleef vastzitten in deze grote modderbak. De modderbak was evenals alle andere obstakels over te slaan voor minder getalenteerde, of in dit geval wellicht minder fatalistisch ingestelde deelnemers. Slechts twee soorten auto's konden zonder hulp van de tractor de overkant bereiken: extreem grote terreinauto's als verhoogde Amerikanen, Toyota Landcruisers, Mercedes G's en de aanwezige Hummer.
De andere groep was die van uitzonderlijk kleine terreinauto's zoals de Suzuki Samurai en Daihatsu Rocky. Deze wisten dankzij hun lage gewicht en prima terrein-onderstel als enige ieder obstakel op het enkele hectaren metende parcours te overwinnen.
Favoriet van het publiek was Richard "doordouwen" Meulenreek die met zijn rode Suzuki leek te spotten met alle andere deelnemers. Na probleemloos midden door de waterbak te zijn gereden gaf hij het publiek waar het om vroeg en reed doodleuk achteruit terug door de waterbak! Een donderend applaus was zijn deel.
Nog gekker
Dat het allemaal nog gekker kan bewezen professionals die demonstraties gaven met gemodificeerde terreinvoertuigen. Naast het promo-dorp was een extra lastig trial parcours uitgezet, bestaande uit schijnbaar onmogelijke bochten gecombineerd met klautertoestellen die eerder in een speeltuin thuishoren. De aangepaste terreinauto's met sperdifferentielen en meesturende achterwielen toonden het publiek kunsten die met een normale terreinauto aan het onmogelijke grensden. Circus voor terreinauto's.
Even verderop had een heuse bigfoot dan ook een eigen piste met daarin enkele autowrakken. Deze ex-Mitsubishi Pajero had de eer deze sloopauto's in de loop van het twee dagen durende evenement tot pannenkoeken te maken.