Bezoek Yaris-fabriek

De Toyota Yaris is ontworpen voor de Europese markt en wordt ook gebouwd in Europa. Daarom heeft Toyota een fabriek in het Franse Valenciennes, zo'n 20 kilometer van de Belgische grens. Die locatie is gekozen omdat in noord Frankrijk van oudsher veel industrie aanwezig is, waardoor kennis en mankracht beschikbaar is. Bovendien is Valenciennes goed bereikbaar en dat is belangrijk voor de levering van grondstoffen en het distribueren van de auto's.

De fabriek is afhankelijk van heel veel leveranciers. Het grootste deel van die bedrijven zit in Europa. Als onderdelen van buiten Europa komen, zoals uit het hoofdkwartier in Japan, dan worden die veelal per schip aangeleverd in Rotterdam. Om uitstoot te besparen worden ze daarna niet per vrachtwagen, maar per spoor naar de fabriek getransporteerd. Omdat de fabriek in Valenciennes alleen de Yaris (en Yaris Cross) produceert, is het een relatief klein complex met een oppervlak van "slechts" 17 hectare en biedt ze werk aan ongeveer 5.000 mensen.

Van staal tot stans

Het productieproces begint onheilspellend. Al op grote afstand is het diepe dreunen van machines hoorbaar. Wie dichterbij komt voelt de grond zelfs trillen! Buiten staan enorme rollen staal. Ze wegen enkele tonnen per stuk en toch zijn dit "kleine" rollen staal omdat deze fabriek alleen kleine auto's maakt. Het staal wordt door machines zo groot als huizen op maat gesneden en vervolgens in vorm gestampt.

Vervolgens werken mensen en robots samen om de gevormde plaatdelen aan elkaar te lassen. Dat begint met kleine onderdelen zoals een deur of achterklep. Gaandeweg worden de onderdelen samengevoegd en begint het geheel steeds meer op een auto te lijken. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Koreaanse autofabrieken, werken bij deze Japanse fabrikant veel mensen. Alleen het vervoer van onderdelen door de fabriek is geheel geautomatiseerd, daarom zoeven tussen de afdelingen zelfrijdende plateaus vol onderdelen.

De kleur van kaizen

Wanneer het koetswerk compleet is, gaat het naar de spuiterij. Daar wordt het eerst gereinigd, want vuil onder de lak kan later problemen geven. Eerst krijgt het chassis een anti roestbehandeling om vervolgens een kleurtje te krijgen. Recent heeft Toyota een techniek ontwikkeld waardoor tijdens het spuiten minder verf wordt verneveld en daarom meer op het plaatwerk belandt en de verliezen dus kleiner zijn. Dit is goed voor het milieu en bespaart grondstoffen.

Wanneer de auto eenmaal is gespoten is het tijd voor de techniek. Ondanks het feit dat de Yaris-fabriek slechts twee modellen bouwt, is het aantal combinaties van motoren, uitrustingsniveaus, opties en landspecifieke aanpassingen zo groot, dat het productieproces minstens zo complex is als bij fabrieken die meerdere modellen bouwen. In de fabriek is duidelijk te zien dat de hybride veruit de meest gekozen aandrijving is (90%).

Wat Toyota wereldwijd uniek maakt is het principe van "kaizen", waarbij medewerkers wordt gevraagd om continu mee te denken om het proces te verbeteren. Dat betreft niet alleen de eigen werkvloer; Toyota-fabrieken wisselen wereldwijd tips met elkaar uit om het werk slimmer, aangenamer of efficiënter te maken.

Van de lopende band

Wanneer het mechaniek is ingebouwd en de elektronica is geïnstalleerd, is de Yaris klaar voor kwaliteitscontroles. In een lange straat met felle lampen wordt de lak geïnspecteerd. Even later gaat de auto onder de douche om te controleren of alles waterdicht is. Deze kunstmatige stortregen bestaat daadwerkelijk uit regenwater, want voor deze test is schoon drinkwater geen noodzaak. Daarom wordt regenwater opgevangen en zo bespaart de fabriek heel veel water. Bovendien wordt het regenwater meerdere keren gebruikt om vele auto's op lekkage te testen.

De fabriek in Valenciennes produceert iedere 58 seconden een Yaris. In totaal zit er 14 uur tussen het persen van de eerste staalplaat tot het starten van de motor. Daarna rolt de auto op eigen kracht van de band. Een medewerker voert dan nog de nodige mechanische controles uit, waarna de Yaris klaar is voor de openbare weg.

Conclusie

Met groots ceremonieel is de 10-miljoenste Toyota Yaris gebouwd in de fabriek in Valenciennes. Dit is één van de twee Europese fabrieken waar de Yaris wordt gebouwd. Deze fabriek in Frankrijk heeft met 300.000 auto's per jaar de grootste capaciteit. 82% van de in Frankrijk gebouwde auto's is bedoeld voor de Europese markt.

Ook in Frankrijk wordt gewerkt volgens het Japanse principe van "kaizen", waarbij medewerkers meedenken om het productieproces continu te verbeteren. Dat heeft in de loop der jaren geresulteerd in meer gemak voor hen, maar ook in een energiebesparing van 59% in 20 jaar. Zo maakt iedere Yaris een efficiënte start voor vele zuinige kilometers. 10 miljoen keer hoera!