Volkswagen Polo (1981 - 1994)
Toen was geluk nog heel gewoon
Wat is er zo bijzonder aan een Volkswagen Polo uit 1983? Het is toch geen Jaguar E-Type, Porsche 911 of Citroën DS? Precies! Die auto's worden bijna per definitie gerestaureerd wanneer ze op leeftijd komen. Een Volkswagen Polo wordt aan het einde van de economische levensduur weggegooid, net als een strijkbout of koelkast.
Als er al een Polo uit 1983 beschikbaar is voor een rit, dan is het hoogstwaarschijnlijk een afgetrapt exemplaar waar niemand meer iets om geeft. Wilt u 'm zelf naar de sloop rijden aan het einde van de rit? De hier getoonde auto is echter eigendom van het Volkswagen museum in Wolfsburg (Duitsland). Dit exemplaar wordt gekoesterd, gepoetst en in topconditie gehouden door de beste vaklui die de fabrikant maar kon vinden.
Uitrusting
Ondanks de respectabele leeftijd, verkeert het lakwerk daarom in perfecte staat. Lijdend voorwerp van deze retro-test is een Polo hatchback. Deze tweede generatie (1981 - 1990) was er namelijk ook als coupé en als sedan ("Derby"). De hatchback nam altijd een bijzondere positie in, omdat de extreem lange achterruit en de ver doorgetrokken daklijn de auto iets van een kleine stationcar gaven.
Ook het interieur verkeert in nieuwstaat. Het spreekt bovendien boekdelen over de periode. Kleine auto's waren vooral goedkope auto's en moesten het zonder de luxe of veiligheidsvoorzieningen doen die inmiddels heel gewoon zijn.
De belangrijkste luxevoorzieningen zijn een analoog klokje, een dashboardkastje met klep, veiligheidsgordels voor- en achterin en tenslotte een verbruiksmeter. Die laatste werkt op basis van het vacuüm in de brandstoftank en is daarom niet half zo accuraat als de elektronische exemplaren van tegenwoordig.
Een grappig detail: in plaats van een Volkswagen-logo had deze generatie Polo's een afbeelding van een wolf op het stuur, als verwijzing naar de plaats van herkomst: Wolfsburg. Let bij deze auto ook op het bijzondere kenteken: "WOB P1983".
Een radio, of zelfs maar een antenne, waren destijds decadente voorzieningen. Deze Polo moet het doen met een stompje op de motorkap waar een antenne in zou kunnen passen en een zwart afdekplaatje op het dashboard op de plaats waar een radio ingebouwd had kunnen worden.
Begin jaren '80 waren de Japanse merken bezig met een opmars in Europa en deze Polo bewijst waarom de Japanners zo succesvol waren. In vergelijking met Japanse auto's uit dezelfde periode (de Autozine-redactie bezit er twee!) is de Polo karig en achterhaald. De "86C", zoals deze Polo intern bekend staat, is technisch namelijk nog steeds gebaseerd op de eerste Polo (1975 - 1981).
Rijden
Dat achterhaalde geldt niet alleen voor de uitrusting, maar ook voor de techniek. Deze Polo is voorzien van een 1.1 liter viercilinder motor die alleen genoegen neemt met gelode benzine. Anno 1983 had de Polo nog geen injectiemotor, maar zette Volkswagen nog een carburateur in. Ook een automatische choke behoort niet tot de uitrusting; de bestuurder moet zelf de balans tussen gas en choke zien te vinden om de motor te starten. Hoe ging dat ookalweer?
Dat de onderhoudsafdeling van "Volkswagen Classic" zijn werk verstaat, blijkt wel als de motor eenmaal loopt. Dit oudje rijdt prima! Bovendien heeft het museum vertrouwen in de veteranen, want met deze oldtimer mag dezelfde testroute worden afgelegd als met de nieuwe Polo die tegelijkertijd aan de pers wordt gepresenteerd.
De prestaties van de 50 pk sterke motor zijn ook naar hedendaagse maatstaven heel redelijk. Om de pret niet te drukken worden het verbruik en de uitstoot maar even genegeerd. De handgeschakelde vierbak is even wennen, op hogere snelheid schreeuwt de auto bijna letterlijk om een vijfde verzet. Wederom is duidelijk waarom de Aziaten in de jaren '80 de markt wisten te veroveren.
Weggedrag
Hoezeer nieuwe auto's zijn verbeterd, blijkt vooral uit de besturing. De oude Polo staat wankel op de smalle bandjes en heeft een zeer indirecte besturing. Een nieuwe Polo is minstens zo veilig en stabiel als een grote zakenauto. Deze oude Polo dwingt de bestuurder voorzichtig te rijden.
Bij het remmen (schijven voor, trommels achter) wordt nog pijnlijker duidelijk dat dit een oldtimer is: de remweg is minstens dubbel zo lang als die van een moderne Polo! In de wetenschap dat dit een gekoesterd museumstuk en misschien wel de laatste Polo in zijn soort is, wordt extra voorzichtig met de auto omgesprongen.
Met moed, beleid en trouw rondt de klassieke Polo de testroute veilig af. Daarna is het weer terug naar de nieuwe Polo en gaat het echte redactiewerk verder; maar een paar uurtjes sturen met deze oer-Polo gaf de werkdag een bijzonder tintje.
Conclusie
In het Volkswagen-museum in Wolfsburg (Duitsland) beheert de fabrikant een eigen collectie klassieke modellen. Af en toe worden die auto's ingezet om mee te doen aan een oldtimer-rit, een oldtimer-show of andere festiviteiten. Om aan te tonen hoezeer de Polo zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld, stelde Volkswagen een Polo uit 1983 beschikbaar tijdens de introductie van de nieuwste Polo.
Het verschil tussen beide auto's is als dag en nacht. De nieuwe Polo is een luxueuze, veilige auto, die alleen in de omvang onderdoet voor grotere modellen. De oude Polo is een goedkope, eenvoudige en technisch achterhaalde auto die het vooral van de ruimte en de ijzersterke reputatie van het merk moest hebben. Met name naast de Aziatische concurrentie uit die tijd moet de Polo het op vrijwel alle vlakken afleggen. Mede daarom is het zo bijzonder dat er nog puntgave exemplaren van de Polo II rijden en die moeten gekoesterd worden!
- Stille motor
- Ruim en praktisch
- Tijdloze vormgeving
- Achterhaalde techniek
- Karige standaarduitrusting