Publicatiedatum: 30 maart 2002
Mini MINI (2000 - 2006)
Autotest

Mini MINI (2000 - 2006)

Coopertest

Autotest - De nieuwe Mini heeft zich in zijn korte bestaan inmiddels meer dan bewezen. Het ontwerp is bij nieuwe kopers en oude puristen in de smaak gevallen dankzij een geslaagde mix van nostalgie en modernisme, waarbij de ontwerpers trouw zijn gebleven aan de illustere voorganger. Ook de rijeigenschappen doen de Mini eer aan, zodat de proefrit met de Mini One naar meer smaakte. In de vorm van de Mini Cooper belooft Mini meer stijl, meer vermogen en dus ook meer plezier.

Het is alsof de fotocamera en de auto op slag verliefd op elkaar werden, zo fotogeniek is deze rood-witte Mini Cooper. Alhoewel de creatieve oorsprong in het verleden ligt, straalt ook deze nieuwe Mini een onovertroffen hoeveelheid stijl, flair en plezier uit. Alles wijst er op dat de ontwerpers van de nieuwe Mini het niet alleen als hun taak zagen een icoon uit het verleden opnieuw tot een commercieel succes te maken.

Mini MINI (2000 - 2006)

De nieuwe Mini straalt passie voor auto's, liefde voor vormgeving en bovenal eerbied voor het verleden uit. Het dak, de wielen en de spiegels van de testauto zijn in wit uitgevoerd en dat verraadt dat het hier om een Mini Cooper gaat. Mede dankzij de kleurstelling geeft de auto het zorgeloze en pure gevoel dat films uit de jaren '60 ook uitstralen. En ondanks het feit dat de nieuwe Mini al enige tijd in Nederland te koop is, is de auto nog steeds een regelrechte koppendraaier. Zeker deze rood-witte verschijning kon tijdens de testperiode op veel aandacht rekenen en die was louter positief.

Ergonomie

Het interieur van de Mini vraagt enige gewenning. Terwijl dit bij andere auto's een minpunt op het gebied van ergonomie zou betekenen, is de Mini ongebruikelijk van opzet om zo veel mogelijk trouw te kunnen blijven aan het origineel. Zo zijn veel functies ondergebracht in een grote rij tuimelschakelaars onderin de middenconsole.

Mini MINI (2000 - 2006)
Mini MINI (2000 - 2006)

Enkele andere functies die de oude Mini niet kende, zijn in de vorm van kleine ronde knoppen bij de bediening van de verwarming te vinden. In de hier gereden uitvoering is de nieuwe Mini voorzien van airconditioning, voorruitverwarming, elektrisch bedienbare zijruiten, centrale portiervergrendeling, elektrisch verstelbare buitenspiegels en een (uitschakelbare) anti-slipregeling.

Echt vreemd is de instelling van de rugleuning van de stoelen. Terwijl bij iedere andere auto een enkele hendel wordt gebruikt om de rugleuning in te stellen én toegang te verlenen tot de achterbank (waar de beenruimte zeer beperkt is), kent de Mini hiervoor twee hendels. Wie dat niet weet zit minuten lang te rommelen en denkt dat de stoelverstelling kapot is.

Centraal in het dashboard staat de grote snelheidsmeter van het type stationsklok. Niet alleen alle inzittenden kunnen de snelheid probleemloos aflezen, ook auto's op de andere rijstrook weten precies hoe hard de Mini gaat. Om de bestuurder een echt sportwagen-gevoel te geven, is achter het stuurwiel alleen een grote toerenteller te vinden. Onderin die toerenteller is het display van de boordcomputer ondergebracht. Deze toont de buitentemperatuur, actieradius, gemiddelde snelheid en het gemiddelde brandstofverbruik. Gegevens over het actuele verbruik missen helaas, zodat de boordcomputer zich niet leent om zuiniger te (leren) rijden.

Mini MINI (2000 - 2006)

Uiteindelijk is alle luxe die van een moderne auto in deze prijsklasse mag worden verwacht op ergonomische, zij het zeer onorthodoxe wijze, in het interieur ondergebracht. Tijdens de eerste kilometers moet de bestuurder regelmatig zoeken naar allerlei functies, maar uiteindelijk is de Mini anders zonder ooit onhandig te zijn.

„iWie de Cooper eenmaal aanvoelt, zal uiteindelijk iedere route zo plannen dat het aantal klaverbladen en kronkelende binnenweggetjes maximaal is“

Enige echte minpunt vormen de vele bijgeluiden die deze Mini Cooper kent. Het geluid van de aanjager is vooral in de eerste stand ronduit zeurderig en storend, maar ook de achterwielophanging, stuurbekrachtiging en benzinepomp zijn binnen en buiten de auto duidelijk hoorbaar.

Cooper

De Mini Cooper biedt zoals vanouds een flinke hoeveelheid extra motorvermogen ten opzichte van het basismodel. In dit geval biedt de Cooper 115 pk bij 6000 toeren en een maximum koppel van 149 Nm. Daarmee laat de Cooper zich sportief rijden, maar is het zeker geen GTi. De Mini Cooper is snel en wanneer nodig zelfs beduidend sneller dan het overige verkeer, echte krachtsexplosies blijven echter uit.

Mini MINI (2000 - 2006)

Het leukste aan iedere Mini is en blijft daarom het weggedrag, dat is zo levendig en precies dat alleen sportwagens met middenmotor het weten te overtreffen. De besturing is zo direct dat voor het wisselen van rijstrook bij wijze van spreken alleen het denken aan de linker rijbaan genoeg is om van koers te veranderen. Het is daarom vooral op bochtige weggetjes dat de Mini Cooper een lach op het gezicht van iedere bestuurder weet te toveren.

Bij voluit accelereren is dan direct duidelijk dat dit een voorwielaandrijver is. Wanneer het uiterste van de auto wordt gevraagd, is duidelijk te voelen hoe de voorwielen naar grip zoeken, de voorkant van de auto iets omhoog komt en de besturing lichter wordt. Dat is allemaal niet gevaarlijk en maakt de auto voor het gevoel alleen maar wilder en spannender.

De remmen van deze Cooper zijn zo krachtig dat ze in geval van een noodstop in staat zijn rimpels in het asfalt te maken. iWie de Cooper eenmaal aanvoelt, zal uiteindelijk iedere route zo plannen dat het aantal klaverbladen en kronkelende binnenweggetjes maximaal is. Op die manier weet de Mini Cooper iedere rit tot een pure plezierrit te maken.

Mini MINI (2000 - 2006)

Conclusie

Wie een Mini koopt, koopt vooral een stuk imago. Wie deze auto koopt, laat zich daarom niet leiden door een testverslag, maar door gevoel. Dan telt hoogstens de vraag: wordt het een Mini One of een Mini Cooper? Op die vraag bestaat gelukkig een duidelijk antwoord. De Mini Cooper is ontegenzeglijk leuker aangekleed en sneller dan het basismodel, de Mini One. Maar de Mini One geeft door het materiaalgebruik en het uitlaatgeluid een nostalgischer gevoel, terwijl de auto minder vermoeiend is dan de Cooper.

Voor beide auto's geldt dat de besturing en het weggedag iedere kilometer tot een waar genoegen maken. Daarbij is de Mini One snel genoeg en overtreft de Mini Cooper dat plezier voornamelijk door het betere onderstel. Wie wel een Mini wil maar ook het verstand laat spreken, kiest de Mini One. Wie een echt snelle Mini wil, wacht nog heel even en kiest de Cooper S.

plus
  • Subliem imago
  • Veel rijplezier
  • Zeer goede wegligging
min
  • Erg prijzig
  • Veel rammeltjes, piepjes en bijgeluiden
  • Stoelen bieden onvoldoende zijdelingse steun