Publicatiedatum: 12 december 2002

MG D-Type

Veel leuker dan een Porsche!

Rij-impressie - Het zal je maar gebeuren, dat je partner je uitnodigt om even bij de Porsche-garage langs te gaan om een nieuwe Porsche uit te zoeken. En het zal je als gerespecteerd Porsche-verkoper maar overkomen, dat de potentiƫle koopster na een uitgebreide proefrit de door jou aangeprezen bolide als 'een hondenhok zonder comfort' betitelt. Hoofdrolspeelster in deze anekdote is de eigenaresse van de MG D-type uit deze reportage; onnodig om te zeggen dat het hier gaat om een dame met stijl, klasse en vooral karakter!

De MG D-type Midget werd in de jaren 1931 en 1932 gebouwd en was in feite de opvolger van de M-type Midget, waarvan er ruim 3200 zijn gebouwd. De D-type kreeg dezelfde 4-cilindermotor als de M-type (een door Wolseley ontworpen motor van 847 cc met bovenliggende nokkenas), maar werd uitgevoerd met een verbeterd chassis. Dit chassis zou overigens tot aan de introductie van de MG TD het basischassis vormen, waarop alle toekomstige Midgets zouden worden gebouwd. De D-type had oorspronkelijk een 3-versnellingsbak, maar werd een jaar later zeer incidenteel ook wel uitgevoerd met een 4-versnellingsbak. De eerste 100 D-typen hadden een vierzits open carrosserie, bijna gelijk aan de carrosserie van de 6-cilinder F-type, die eveneens in 1931 werd geïntroduceerd.

MG D-Type

Nadat er 100 chassis waren gemaakt, werd vanaf nummer D0350 de wielbasis met 5 cm vergroot en tevens werden de langsleggers van het chassis versterkt om beschadiging van de carrosserie door torsie van het frame te verminderen. Het gegoochel met nummers (na 100 D-types op D0350 uitkomen?) behoeft misschien enige uitleg. Bij MG had men de gewoonte om de nummering van elke nieuwe modelserie te beginnen bij 250, zijnde het telefoonnummer van de fabriek in Abingdon; aldus kwam men na 100 auto´s op chassisnummer D0350 uit. De D-type was geen echt snelle auto; met name de wat zwaardere coupé kwam niet tot geweldige prestaties. Echter, op de Engelse wegen uit die tijd konden de D´s prima uit de voeten.

Van de D-type zouden er in totaal 250 worden gebouwd, waaronder de hier getoonde D, die met chassisnummer D0476 (en motornummer 709-AD) één van de laatsten uit de serie is. Voor zover bekend rijden er nu nog 66 D´s rond, waarvan 60 in Engeland en waarschijnlijk slechts één in Nederland. Deze D is op 21 mei 1932 door garage Wedham Bros Ltd. aan ene meneer A.A. Shakespeare uit Petersfield afgeleverd. Vervolgens heeft de D meer dan 10 Engelse eigenaren gehad, voordat de auto in 1980 naar Nederland zou komen.

Een Porsche is een hondenhok

Zoals in het begin van dit verhaal al werd aangegeven, werd de nogal eigenzinnige eigenaresse van de MG in 1979 door haar man uitgenodigd om maar eens bij de Porsche-garage een proefrit te gaan maken. Manlief z'n bedrijf bevond zich destijds namelijk pal naast de Porsche-garage en samen met de Porsche-verkoper was de deal al voor de proefrit zo goed als rond. Helaas hadden de heren buiten de waard, in casu de vrouwelijke hoofdpersoon uit dit verhaal, gerekend. Na de proefrit in de Porsche ("op zich een leuke auto", volgens haar echtgenoot) had mevrouw 'de euvele moed om tegen de verkoper te zeggen: "wat een rotauto", waarna de verkoper mij nooit meer heeft aangekeken, hij vond dat niet leuk'. Haar echtgenoot herinnert haar tijdens ons gesprek er nog even aan dat de echt "dodelijke" opmerking die over het "hondenhok" betrof.

Daar kwam bij dat de Porsche bijna uitsluitend als boodschappenauto gebruikt zou worden en eigenlijk was het toch ook wel zonde om zoveel geld uit te geven aan een auto die in de komende jaren alleen maar minder geld waard zou worden. "Ik rijd er bijna niet mee, het ding gaat alleen maar in waarde achteruit. Als je nou eens een oud autootje voor me koopt, zei ik tegen mijn man, zou dat geen oplossing zijn? Daar kon die dan niet over zeuren, want die gaat alleen maar in waarde omhoog".

Gedwongen verkoop

En zo werd besloten om tot de aanschaf van een klassieker over te gaan. Het werd de eerste klassieker voor mevrouw, die er op het motorische vlak al vroeg bij was. "Ik was al jong gewend om te rijden, want toen ik 16 was pikte ik al de motoren van m´n broers en met 17 pikte ik de BMW van m´n broer; ik was nog maar heel jong toen ik al auto reed".

MG D-Type

In De Telegraaf las haar man een advertentie:"'Te koop, stond er hier, unieke sportauto, MG D-type, occasional four 1932, de auto is helemaal in originele staat, enzovoort, enzovoort". Ik zei nog tegen mijn vrouw "een D-type zegt me niks'; ik dacht eerst aan een TD en besloot toen toch maar eens te bellen". Zijn vrouw vult aan: "De eigenaar moest hem wel verkopen, hij wilde niet, maar hij had geen werk en de restauratie van de D ging veel te veel geld kosten, het liep helemaal uit de klauw. Ze hadden ook kinderen en z'n vrouw wilde dat hij de auto ging verkopen".

De verkoper wilde niet zomaar van de D af, maar stelde een aantal 'eisen'. Hij wilde de auto onder zijn supervisie verder afbouwen, blijven onderhouden en er af en toe ook mee rijden. Toen de (potentiële) kopers hiermee akkoord gingen werd de koop definitief gesloten. Er moest natuurlijk ook even proef gereden worden en ook dat was een bijzondere ervaring: "Moet je je voorstellen, dat er een chassis staat met banden, motor erop en daar heeft-ie twee losse stoeltjes opgezet en daarmee zijn we gaan rijden. Zegt-ie tegen mij 'rijdt-ie goed?' Daar moet je dan op beslissen".

MG D-Type

Dure restauratie

De D veranderde uiteindelijk voor 30.000 ouderwetse guldens van eigenaar en afgesproken werd, dat de verkoper de D daadwerkelijk zou afbouwen. De kosten daarvan werden op een paar duizend gulden geschat, maar bleken achteraf op zo´n 14.000 gulden uit te zijn gekomen en dat was zeker in 1980 een hoop geld. De grootste kostenposten waren het spuitwerk en de nieuwe leren bekleding, waarvoor de auto weer terug naar Engeland is geweest. In 1982 was de auto dan eindelijk klaar ("die Engelsen hebben nog nooit van planning gehoord") en kon de RDW-keuring worden aangevraagd.

Daarna kon er dan daadwerkelijk met de auto gereden worden. "Dan ga je rijden met zo´n dingetje en dat is wel aardig, maar je kan er geen boodschappen mee doen, want je kunt 'm nergens alleen laten staan. Ik pakte dus steeds weer de auto van mijn man en dat was nou juist niet de bedoeling. Toen hebben we besloten er een MGB bij te nemen als boodschappenauto".

Laurel and Hardy auto

Met de D-type ging het in de afgelopen 25 jaar eigenlijk gewoon heel erg goed; meer dan het normale onderhoud was er niet voor nodig om de auto in een perfecte conditie te houden. "We rijden er regelmatig mee en het is gewoon een hele leuke auto, maar je moet ontzettend uitkijken wat er rechts en links op je af komt, want hij remt voor geen meter. Gelukkig stopt iedereen voor je als je met zo´n auto aan komt rijden. Hij stuurt alle kanten op; als wij vanaf hier naar het dorp rijden, dan zie je de tegenliggers al gauw alle kanten opschieten. Het is net een Laurel en Hardy-film, zo zie je die auto waggelen, maar als je eenmaal door hebt hoe je moet sturen, gewoon het stuur een beetje losjes vasthouden, dan gaat-ie wel recht".

Alles in het plakboek

Het hiervoor al eens genoemde plakboek is op zich al bijna een reportage waard. De hele geschiedenis van de D0476, vanaf de originele opdrachtbevestiging aan de MG-fabriek, is hierin te volgen. Zo zijn er ook foto´s uit de tijd dat de auto in Londen reed bewaard gebleven. Daarop is te zien, dat de D in het verleden zowel rood als groen is geweest, alvorens de auto weer in het originele 'ivory and brown' werd gespoten. Alle voormalige Engelse eigenaren zijn bekend, de oorspronkelijke brieven waarin de ene eigenaar aan de andere schrijft wat hij aan de auto heeft gedaan, zitten er zelfs nog in. Als het aan de huidige eigenaresse van de D ligt zal zij er de komende jaren nog de nodige informatie aan toe voegen. Een voor Nederland unieke MG is daarmee ook op een unieke wijze gedocumenteerd.