Bezoek Renault-fabriek
Opweg naar een groene toekomst
Ook bijzonder: de fabriek is niet grijs en grauw, maar bijna feestelijk. Op het hoofdgebouw hangt een enorme banier met die duidelijk maakt dat de nieuwe Renault 5 hier wordt geproduceerd. De parkeerplaats staat bovendien vol bont gekleurde en bestickerde nieuwe vijfjes. Kortom: men is trots dat juist hier de nieuwe Renault 5, naast de Megane Electric en de Scenic Electric, wordt gebouwd. En dat verklaart wat deze fabriek bijzonder maakt: na grondig moderniseren worden hier alleen nog elektrische auto's gebouwd.
Renault heeft die keuze gemaakt omdat een elektrische auto heel anders in elkaar zit dan een auto met verbrandingsmotor. Zo kost het maken van een elektrische auto veel meer energie en vormen zijn energiekosten een grotere kostenpost dan arbeidsloon. De nieuwe Renaults worden dus deels uit trots in Frankrijk gebouwd en deels vanwege de goedkope, overvloedige en betrouwbare elektriciteit. Die elektriciteit is bovendien grotendeels afkomstig uit groene stroom (waar kernenergie in dit geval ook onder wordt gerekend).
Van cel tot batterijpakket
Omdat de fabriek kleiner is geworden, ontstond rondom het fabrieksterrein ruimte voor toeleveranciers. Pal naast de Renault-fabriek staat sinds kort de fabriek van de Automotive Energy Supply Corporation, ofwel "AESC". Dit is een dochterbedrijf van Renault en Nissan, maar AESC levert indien gewenst ook aan andere fabrikanten. Alhoewel de fabriek in Douai net nieuw is, bestaat AESC sinds 2007 en begint de expertise bij de eerste Nissan Leaf.
De fabriek in Douai heeft een capaciteit van 9 gigawatt aan batterijen per jaar, vandaar de naam "gigafactory". Dit is goed voor zo'n 180.000 tot 200.000 elektrische auto's per jaar. Bij AESC in Douai worden accucellen en modules gemaakt. De autofabrikant combineert meerdere modules in een behuizing en voorziet het geheel van een regeleenheid, koeling, verwarming en meer. Voor de Renault 5, Scenic en Megane gebeurt dat enkele honderden meters verderop, want dat bespaart transportkosten en dus ook uitstoot. Sterker nog: ook alle andere leveranciers zitten in de buurt, want Renault wil Europese auto's in Europa bouwen. Alleen de Renault 4 wordt zo'n 200 km verderop gebouwd, maar het batterijpakket (identiek aan dat van de Renault 5) is afkomstig uit Douai.
Tijdens het bundelen van de modules in een batterijpakket wordt van iedere stap een foto gemaakt en wordt ieder onderdeel voorzien van een uniek nummer (QR code), waarmee later de oorzaak van eventuele problemen is te achterhalen. Het complete accupakket ondergaat diverse tests (overbelasting, waterdichtheid, etc.) voordat het in de bodem van een auto wordt verwerkt.
Productieproces
Omdat het koetswerk van een elektrische auto niet anders is dan van een conventionele auto, zijn de plaatwerkerij en spuiterij overgeslagen voor dit fabrieksbezoek. Het chassis arriveert in de bestelde kleur en inclusief accu bij de assemblage-afdeling. Meer dan de helft van de geproduceerde auto's bestond tijdens het bezoek uit Renaults 5, want dat model is veruit het meest gevraagd. De productielijn oogt daarom ongebruikelijk kleurig voor een fabriek! Alhoewel de 5 leverbaar is in zwart en grijs (Alpine A290), kiezen de kopers massaal voor geel, wit en groen.
En er is nog een verschil met andere fabrieken: het productieproces is relatief eenvoudig. Om de prijs van de Renault 5 laag te kunnen houden, is het aantal onderdelen beperkt. Een 5 bestaat uit duizend onderdelen en dat is heel weinig voor een moderne auto. Zonder de voor een autofabriek gebruikelijke haast, voorzien de medewerkers het kale chassis kalm en beheerst van bedrading en mechaniek (wielophanging, remmen, airconditioning, etc.). Onderdelen worden aangeleverd door gerobotiseerde karretjes, maar het zijn mensen die ze daadwerkelijk monteren. Tenslotte wordt de auto voorzien van elektronica, stoelen en bekleding.
Bij traditionele fabrieken volgt dan het moment van de waarheid: zal de auto starten en op eigen kracht naar het keuringsstation kunnen rijden? Vaak moet een startmotor net wat meer slagen maken dan gewenst, maar de elektrische Renaults komen allemaal in stilte tot leven en zoeven naar de kwaliteitscontrole. Daar wordt onder sterke lampen gecontroleerd of de lak perfect is, gaat de auto onder de douche (controle waterdichtheid) en worden alle functies getest. Renault geeft aan dat speciale aandacht wordt besteed aan het testen van het infotainment-systeem met de internet-verbinding en de vele AI-functies, want elektronica is essentieel voor het functioneren van een elektrische auto. In totaal kost het bouwen van een Renault 5 tien uur. Daarna wordt de auto naar de klanten verscheept, waarvan de meeste zich binnen een straal van 1.000 km van de fabriek bevinden.
Conclusie
Wat maakt de Renault-fabriek in Douai bijzonder? Het feit dat er alleen elektrische auto's worden gebouwd, op basis van Europese onderdelen, bedoeld voor Europese klanten. Omdat bij de productie van elektrische auto's energiekosten hoger zijn dan arbeidskosten, heeft Renault ervoor gekozen om de elektrische modellen in Frankrijk te bouwen. En omdat Renault de productie van de elektrische modellen centraliseert, kunnen leveranciers daarop inspelen en zit onder andere de batterijfabriek vlakbij (noot: pas vanaf de lente van 2025 is de batterijfabriek operationeel, tot die tijd worden cellen uit China gebruikt).
Nadat de fabriek in Douai heeft geleerd van de elektrische Megane, kon de elektrische Scenic betrouwbaarder en efficiënter worden gebouwd. Vervolgens zijn de lessen van de Scenic gebruikt om de Renault 5 nog sneller en voordeliger te bouwen. Zo is de batterijtechniek verbeterd, is het aantal onderdelen waaruit de auto bestaat gereduceerd en zijn de tests na de productie geïntensiveerd. Mede daarom zullen de aangekondigde elektrische auto's van Nissan en Mitsubishi in de toekomst ook in Douai worden gebouwd.