Opel Kadett A
Opel Kadett A bestaat 60 jaar
Sleutels tot succes van de Opel Kadett A waren zijn grote kofferbak, ruimte voor vier personen, levendige motor en lage kosten. De Kadett A was precies de juiste auto voor het herstel van de West-Duitse economie na de Tweede Wereldoorlog, dat bekendstaat als het 'Wirtshaftswunder'. Opel produceerde tussen 1962 en 1965 bijna 650.000 exemplaren.
Na de Tweede Wereldoorlog herstructureerde Opel zijn modellengamma. In de jaren van de Duitse wederopbouw was er veel vraag naar praktische en betaalbare auto's. In 1962 bouwde Opel daarom speciaal voor de Kadett A een volledig nieuwe productiefaciliteit in Bochum. De eerste naoorlogse Kadett rolde hier in oktober 1962 van de band.
De nieuwe Kadett was een schoolvoorbeeld van een lichtgewicht constructie. De sedan woog 670 kilogram, de Caravan, die kort daarna volgde, 720 kg. Bovendien was de Kadett zeer betaalbaar; de prijslijst begon bij 5.075 Duitse marken. De ingenieurs hielden de productie zo eenvoudig mogelijk. De constructie bestond uit slechts 12 hoofdonderdelen; de zijpanelen waren gemaakt van een enkele staalplaat. De lage onderhoudskosten van de Kadett A waren te danken aan het ontwerp. Dankzij onderhoudsvrije verbindingen in de ophanging en besturing had de auto geen smeernippels nodig. Een inspectie van 10.000 kilometer, inclusief materialen, kostte slechts ongeveer 30 Duitse marken.
De Kadett A bood alle voordelen die een auto uit de jaren 60 begeerlijk maakten. Een eigentijds design, hoge flexibiliteit, innovatieve technologieën en praktische eigenschappen. De taillelijn was laag, de grote ruiten zorgden voor een goed zicht. De binnenruimte verbaasde bestuurders die eerder in kleinere auto's reden. Vier personen konden in de Kadett A reizen.
Verder zat de tankdop aan de buitenkant, een innovatie waar men destijds bij een bepaalde andere Duitse fabrikant tevergeefs naar op zoek was. 'Je zult nooit de geur van benzine in de kofferbak hebben', was de ironische begroeting in de richting van Wolfsburg. De ruime kofferbak was dus exclusief gereserveerd voor bagage.
Motor voorin en achterwielaandrijving
Met zijn watergekoelde voorin geplaatste motor bood de achterwielaangedreven Kadett nog een designvoordeel ten opzichte van de Kever. De 993 cc viercilinder produceerde eerst 40 pk en dreef vanaf 1963 ook de nieuwe Kadett Caravan aan. De motor met korte slag maakte indruk met zijn spontane vermogensafgifte en elasticiteit, waardoor de Kadett een maximumsnelheid van 120 km/u kon halen. De 48 pk sterke 1,0-liter S-motor, die voor het eerst werd gebruikt in de nieuwe coupé uit 1963, haalde zelfs 130 km/u.
"De Kadett blijft ongewoon goed op zijn rijstrook in bochten en op oneffen wegdek", staat in een verkoopbrochure van toen. De gewichtsverdeling en de nieuwe achteras droegen bij aan het neutrale, veilige rijgedrag.
De eerste Caravan
Een belangrijk voordeel van de Kadett A-generatie was dat op hetzelfde platform een ​​hele modelfamilie kon worden gebouwd: een sedan, coupé en stationwagen. Op de Autosalon van Genève in 1963, ongeveer zes maanden na het debuut van de sedan, presenteerde Opel de Kadett A Caravan, de eerste Duitse compacte stationwagen. Een populaire optie was de extra, achterwaarts gemonteerde achterbank voor kinderen waarmee de Kadett A Caravan plaats bood aan maximaal zes personen.
Opel werd al snel marktleider in het segment. Tegen het midden van de jaren 60 was bijna elke tweede stationwagen in Duitsland een Opel. Sindsdien maakt een auto als een bestelwagen - oftewel 'car-a-van' - deel uit van elke nieuwe generatie Kadett en Astra, alleen is de aanduiding bij de Astra sinds enige generaties vervangen door de term Sports Tourer.